Midden december, mijn weerapp voorspelt 30°C, voeten in tweedehandse zomerschoenen in het zand, een palmboom boven mijn hoofd, een biologische kokosnoot in mijn ene hand en een vegan smoothiebowl in de andere. Ik voel me als een god in Bali. Op de koop toe doet mijn kleine peuterdochter (die normaal nooit slaapt) een middagdutje dus heb ik eindelijk nog eens tijd om wat te lezen. In mijn mailbox vind ik een link naar een column in Mo Magazine waarin Jan Mertens, lid van de onafhankelijke denktank Oikos de confrontatie met onze vliegcultuur aangaat en mensen wil doen nadenken over hun ecologische voetafdruk.
Heel wat mensen uit de middenklasse dragen duurzame waarden uit, zijn progressief, verplaatsen zich met de fiets, eten veggie, …. maar hebben in de feiten toch nog een grote voetafdruk, door hun vliegreizen. Veel mensen zijn kosmopolitisch georiënteerd -wat heel goed is natuurlijk- en beschouwen zichzelf niet als toeristen, maar als ‘reizigers.’ Ze doen ervaringen op, ze leren andere culturen kennen. Allemaal prima op zich. Het kan best zijn dat die reizen ons echt gelukkig maken, ons echt tot een betere mens maken, ons verdraagzamer en nobeler maken, zelfs dat verandert uiteindelijk niets aan de vaststelling dat die voetafdruk te groot is.
En meteen voel ik me betrapt. Daar zit ik dan, met al mijn eco bedoelingen aan de andere kant van de wereld. Een paar keer slikken en enkele muisklikken en googlesearches verder voel ik me al iets minder idioot als ook Dirk Holemans (51), coördinator van dezelfde denktank Oikos in een interview met De Standaard zegt:
Ik weet hoe vervuilend vliegtuigen zijn, ik probeer er zo weinig mogelijk gebruik van te maken, maar ik doe het wel. Ik ben geen heilige en het is moeilijk diëten in een snoepwinkel. Als de hele samenleving voortdurend prikkels geeft om een consumptiepatroon te etaleren dat erg belastend is voor het klimaat, is het moeilijk daartegenin te gaan. Ik bedoel maar: we moeten elkaar stimuleren om ons gedrag aan te passen, maar uiteindelijk is vooral een systeemverandering nodig. Met de trein naar Boedapest reizen, kost je 250 euro. Met Ryanair ben je er al voor vijftig euro. Zolang die prijsverhouding blijft bestaan, zal je mensen niet overtuigen om voor de minst vervuilende optie te kiezen. Onze overheden zouden werk moeten maken van snelle en betaalbare treinverbindingen tussen alle Europese hoofdsteden.
Dat die mentaliteitswijziging op het vlak van toerisme en transport er snel moet komen, bewijzen alle bevindingen uit een recent proefschrift van vliegtuigbouwkundig ingenieur Paul Peeters, Tourism’s impact on climate change and its mitigation challenges.
Zonder ingrepen stoot de luchtvaart op termijn meer kooldioxide uit dan alle andere economische sectoren samen. Biobrandstoffen bieden nauwelijks soelaas, vliegen op elektriciteit is op grote schaal pas mogelijk diep in de tweede helft van deze eeuw. En zelfs enorme prijsverhogingen van vliegtickets zouden niet helpen de groei van het vliegverkeer te remmen.
Peeters’ belangrijkste aanbeveling is dat overheden internationaal afspraken maken om het aantal vluchten sterk te beperken door passagiers- én vrachtvluchten binnen grote delen van Europa op afzienbare termijn te verbieden. Jammer genoeg lees ik in een opiniestuk in NRC getiteld “Verbied vliegen binnen Europa” dat hij de kans dat dit gebeurt klein acht; daarvoor is de macht van de luchtvaartlobby volgens Peeters te groot. In plaats van de Europese Commissie de opdracht te geven het vliegverkeer te reguleren, hebben de Europese landen de prijsvechters in de luchtvaart alle ruimte geboden om van spotgoedkoop vliegen de norm te maken. Jammer, want een versnelde aanleg van een hsl-netwerk zou een uitstekend alternatief kunnen bieden. Als men daarnaast een deel van de reusachtige directe en indirecte subsidies aan luchtvaart (oa. geen btw op vliegtickets, geen kerosinebelasting; steun bij uitbreiding van toerismeluchthavens) zou investeren in intra-Europees treinverkeer zou reizen per hsl ook financieel aantrekkelijk kunnen worden.
Maar niet alleen bij de overheden is er een groter bewustzijn nodig over de impact van onze reizen: ook de consument zou tijdens het plannen van zijn trip twee keer kunnen nadenken over waar en wat hij nu net wil. Ook al levert dit soms grappige conclusies op. Zo zouden wij volgens Frans De Man in een artikel over duurzaam toerisme in MO magazine onze volgende reis beter naar Benidorm dan naar Bali boeken. 🙂
Een strandvakantie is niet per definitie onverantwoord. Je hoeft dus niet te kiezen tussen een strandvakantie of een duurzame vakantie, maar tussen een duurzame strandvakantie of een niet-duurzame strandvakantie. Hetzelfde geldt voor een meer avontuurlijke reis in kleine groep. Een voorbeeld. Hoewel een reis naar de jungle van Thailand eerder dan een reis naar Benidorm een ecoreis wordt genoemd, is het ecologisch gezien meer verantwoord om naar Benidorm op reis te gaan. Het vliegtuig vervuilt immers vele malen meer dan de bus en een groep toeristen richt in een kwetsbaar bos veel meer schade aan dan een groep badgasten op een strand. Daarbij komt nog dat de hotels in Spanje volgens Europese milieunormen werken en dat hotels in Thailand aan geen enkele milieunorm moeten voldoen. Een echte ecotoerist gaat dus naar Benidorm.
Om de keuze van je volgende reis iets gemakkelijker te maken, zet ik hieronder enkele tips op een rijtje die je kunnen helpen om het toch iets duurzamer te houden.
- KIES BEWUST. Wil je enkel zon, zee, strand dan is Benidorm misschien echt nog zo gek niet. Wil je al citytrippend vooral van de ene koffiebar naar de andere hoppen? Dan kan je dat misschien ook wel wel gewoon bij onze buren doen. Rotterdam, Amsterdam, Lille, Parijs, of nog dichter bij huis Mechelen, Gent, Antwerpen of Hasselt.. allemaal topstadjes om er eens tussenuit te zijn, languit een boek te lezen en te genieten van wat lekkers. Uitgekeken op Oostende? De stranden in Nederland en noord Frankrijk zien er zo anders uit dat je bijna zou vergeten dat ze aan dezelfde Noordzee liggen als onze Belgische kust. Voor diegenen die het toch verder van huis willen zoeken stelt The ethical traveler elk jaar een lijst op van de tien landen die op het vlak van milieubescherming, mensenrechten, dierenwelzijn en sociale zekerheid hun beste beentje voorzetten. Voor 2018 zijn dat: Belize, Benin, Chile, Colombia, Costa Rica, Mongolia, Palau, St. Kitts & Nevis, Uruguay en Vanuatu. Een vakantie dichtbij huis blijft nog steeds groener en goedkoper.
- DENK NA OVER TRANSPORT. Transport is verantwoordelijk voor 75% van onze toeristische voetafdruk. Is vliegen echt noodzakelijk? Of kan het ook per trein, bus, auto of fiets? Of waarom eens geen auto-delen? Misschien niet geschikt voor een vakantie met hele gezin maar als jonge solo of duo-reiziger best wel een goede optie. Gebruik op je reisbestemming bij voorkeur het openbaar vervoer in plaats van een uber. Wanneer je toch voor een huurauto gaat, overweeg dan een hybride of elektrische variant.
- BLIJF LANGER OP REIS. Doe je dan toch de moeite om je naar de andere kant van de wereld te verplaatsen? Dan kan je er maar best voor zorgen dat het de moeite is. Beter 1 keer een lange reis maken dan vier keer heen en weer te vliegen voor een weekje. kortom: Onderneem geen verre reizen voor een korte periode.
- KOOP GEEN NIEUWE SPULLEN MAAR DEEL OF KOOP TWEEDEHANDS. Een bermudabroek, zonnehoed, babytent, trekrugzak die je maar éénmalig gebruikt kan je net zo goed lenen van vrienden of tweedehands vinden. Elk productieproces heeft een ecologische kostprijs (denk aan grondstoffen en energie) dus zelfs al koop je alles uit biokatoen en fairtrade, dan nog is het ecologischer om het níet te kopen.
- EET LOKAAL. Eet zoveel mogelijk regionale producten. Aardbeien en appels in de tropen? liever niet. Niets beter dan locale specialiteiten, toch? Als je daarenboven zo vaak mogelijk voor plantaardig kiest, zit je zeker goed.
- STEUN DE LOKALE ECONOMIE. Dit hangt natuurlijk samen met de vorige tip. Duurzaam reizen betekent ook dat je ter plaatse de lokale ondernemers probeert te steunen. Wie op vakantie gaat met een grote touroperator en in een all-in-resort verblijft, draagt weinig of niks bij aan de plaatselijke economie. Slaap daarom in kleine hotelletjes of airbnb’s en ga eten in een gezellig, lokaal restaurant. Ga waar de locals gaan. Dit is niet alleen veel authentieker maar meestal ook nog eens een stuk goedkoper dan een bezoekje aan de starbucks en Dunkin Donuts van deze wereld. en onthou: “When you buy from a small business, an actual person does a little happy dance.”
- HERBRUIK. Neem je eigen herbruikbare waterfles mee. En stop als het kan ook een lepel, mes, vork en herbruikbaar rietje in je tas. Zo ben je voorbereid op spontane picnics en spaar je weer wat wegwerpproducten uit.
- COMPENSEER JE CO2. Steun daarvoor gespecialiseerde organisaties zoals CO2logic.be, Greenseat.nl, Greentripper.org, Atmosfair.de of Treesforall.nl. Deze organisaties berekenen het bedrag dat je moet betalen om je uitstoot te compenseren en investeren je geld in duurzame energie en herbebossing.
- DOE RUSTIG AAN. Slow traveling is hip. En dat is goed. Vakantie zou een periode moeten zijn van ontspanning dus in plaats van in korte tijd zoveel mogelijk plaatsen en activiteiten snel-snel af te vinken, is het soms beter om minder op de planning te zetten waardoor je de tijd kan nemen om echt te genieten.