
Deze focaccia is alles wat je wilt: een beetje elastisch, zacht, grote luchtbellen, een zomerse smaak en poepsimpel. Dit deegje heeft dan wel wat planning nodig omdat het best 4 à 48 uur rust voor je het in de oven zet, maar is verder écht zo makkelijk als 1, 2, 3. Een beetje mengen, een beetje wachten, platduwen op een bakplaat, een scheutje olie en wat smaakmakers er op, 25 minuutjes bakken en smullen maar.
Deze focaccia is mijn go-to recept als ik ergens iets mee naartoe wil nemen. Met de toppings kun je hier echt een leuk schilderijtje van maken. Ik maakte in dit geval een bos bloemen met rode ui, citroen, de stengels van een bos koriander, courgette en oregano. Maar je kunt ook zongedroogde tomaten, rozemarijn, tijm, lente-ui en olijven gebruiken.

- een half pakje verse gist
- 430 ml lauw water
- 1 el suiker
- 500 g bloem
- 15 g zout
- 30 ml olijfolie plus extra voor bovenop (bv. de olie van gedroogde tomaten)
- toppings naar keuze, bijvoorbeeld:
- gedroogde tomaten in fijne stukjes
- rode ui, in fijne ringetjes
- handvol olijfjes, fijngesneden
- 2 takjes rozemarijn
- (ingelegde) citroen
- Meng de verse gist, lauw water en suiker in een grote kom.
- Voeg de bloem, zout en olijfolie toe en meng totdat je een homogeen kleverig deeg hebt.
- Laat het deeg minstens een nachtje afgedekt rusten in de koelkast (twee nachtjes mag ook). Normaal verdubbelt het dan in hoeveelheid dus zorg dat je kom zeker groot genoeg is.
- Haal het deeg uit de ijskast wanneer je klaar bent om je focaccia te bakken. Duw het plat in een bakplaat of bakvorm en gebruik indien nodig een bakpapiertje. Laat het deeg 30 à 60 minuten op kamertemperatuur komen.
- Warm de oven op tot 220°C.
- Prik met je vingers wat in het deeg, overgiet met een flinke scheut olijfolie (of olie van de zongedroogde tomaten) en leg er de toppings met een extra snuif grof zout op.
- Bak 25 à 30 minuten totdat de focaccia goudbruin is en je huis heerlijk ruikt.