Vegan opvoeding
Net zoals alle ouders willen wij het beste voor onze dochter. Daarom voeden we haar plantaardig op. Uit een overvloed aan wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat een plantaardig(er) dieet enorme voordelen kan opleveren voor het milieu én de volksgezondheid, bovendien voorkomt het een pak dierenleed. Met een dreigende klimaatopwarming, verontrustende percentages fijn stof en andere gekheid in de lucht, en eilanden van plastiek bijna zo groot als Europa hopen we dat Nala toch nog een mooie toekomst kan hebben. Hiervoor willen we dan ook echt graag ons best doen om zo ecologisch en duurzaam mogelijk te leven met respect voor het welzijn van de planeet en alle levende wezens.
Klinkt allemaal heel altruïstisch en zelfopofferend? Eigenlijk valt dat echt heel erg goed mee. In de supermarkten zag ik het aanbod van plantaardige alternatieven de voorbije jaren enorm groeien: plantaardige melk, yoghurt, roomijs (ik vind de swedish glace van ola bijvoorbeeld echt heel lekker, ze hebben ook magnums en ijsboereke heeft vegan cornetto’s), koekjes, veggieburgers, snoepjes.. ze moeten al lang niet meer onder doen voor de ‘standaard’ variant. Of soms is de oude vertrouwde versie gewoon altijd al ‘per ongeluk’ plantaardig geweest, denk aan zure matten, speculaasjes of zoute chips. Het is niet omdat we veganistisch eten dat Nala enkel ongezoete wortelkoekjes en een selderstengel krijgt. Integendeel, ik bak wekelijks pannenkoeken en taartjes waarvan ze maar al te graag mee smult.
Over chips en koekjes gesproken: het is niet omdat het veganistisch is dat het per definitie gezond is. Een plantaardig dieet kan gezond of ongezond zijn, caloriearm of -rijk. Veganisten, oud en jong, komen in alle vormen en maten: groot, klein, slank, gespierd (zie mijn lief), mollig, sportief, hobbelig, plat van voor of rond in de kont. Dat bewijzen de mooie portretten op The Vegan Network! Jammer genoeg halen vooral de ondervoede vegan kindjes het nieuws, terwijl dit in de realiteit natuurlijk de absolute minderheid is. Nala, bijvoorbeeld, is kerngezond en komt niets te kort, ze heeft een normale groeicurve en is ontzetten actief, vrolijk en speels. Ze wordt, net als ik tijdens mijn zwangerschap en het langdurig borstvoeding geven, goed opgevolgd door onze huisarts en kind&gezin zodat we kunnen bijsturen moest het ooit nodig zijn. (Ik liet vorige week voor de zekerheid mijn bloed nog eens nakijken en alles was tip top.)
Het standpunt van de Academy of Nutrition and Dietetics is trouwens heel duidelijk: ‘Zorgvuldig geplande vegetarische diëten, inclusief complete veganistische diëten, zijn gezond, adequaat in voedingswaarde, en kunnen gezondheidsvoordelen bieden voor het vermijden en behandelen van bepaalde ziektes. Goed geplande plantaardige diëten zijn geschikt voor individu’s gedurende alle fases van de levenscyclus, inclusief zwangerschap, borstvoeding, zuigelingen, kinderen, adolescenten, en zelfs voor atleten.’
De enige supplementen die echt nodig zijn, zijn vitamine D (zoals bij andere kinderen) en vitamine B12. B12 is een water-oplosbare vitamine die wordt gemaakt door bepaalde bacteriën. In principe zou je B12-bacteriën kunnen terug vinden op de schil van ongewassen fruit en groenten of in artisanale producten zoals tempeh. Maar door de moderne, hygiënische levensstijl spoelen we de meeste bacteriën weg nog voor ze op ons bord belanden waardoor ook veel omnivoren (en ook het vee) een risico lopen op een b12 tekort. Tot nu toe volstaat het dat ik dagelijks een B12 pilletje neem en krijgt Nala haar portie binnen via de borstvoeding, maar op termijn zullen we haar ook gewoon regelmatig een B12je laten nemen.
Daarnaast geven wij voor de zekerheid ook nog extra druppeltjes ijzer bij (ferricure). Hoewel dit waarschijnlijk niet eens echt nodig is aangezien plantaardige voedingsmiddelen zoals (volkoren)brood, groenten, noten, zaden en verrijkte vleesvervangers en ontbijtgranen ook allemaal ijzer bevatten. Vitamine C helpt om ijzer uit de voeding te halen dus door bij elke maaltijd een portie fruit of groenten te eten zal je meer ijzer opnemen. De Nederlandse vereniging voor veganisme stelt zelfs dat: “IJzer-tekorten komen bij veganisten niet vaker voor dan bij omnivoren. Het is aangetoond dat veganisten (en vegetariërs) een lagere ijzer-status hebben dan omnivoren, maar er zijn geen nadelige gezondheidseffecten als gevolg hiervan aangetoond. Wanneer voldoende groente en fruit wordt gegeten zal men ruim voldoende ijzer binnen krijgen en geen risico lopen op bloedarmoede.”
Ook letten we er op dat ze genoeg eiwitten binnenkrijgt door dagelijks iets van proteïnen te voorzien: heel soms zijn dat vleesvervangers zoals veggieburgers of vegan chickennuggets maar meestal zijn dit minder verwerkte eiwitbronnen zoals peulvruchten, kikkererwten, zelfgemaakte linzenballetjes, tofu, tempeh, seitan, quorn, humus of soyaboontjes.
Ik besef dat ik spreek vanuit een luxe-positie. Wij worden goed omringd door mensen die achter onze keuze staan: de creche voorziet soya-yoghurtjes, tofu of linzen bij haar groentjes en zelfs hummus voor tussen haar boterhammetjes; onze ouders maken rijstepap met amandelmelk en soep zonder ballekes.. Daarnaast heb ik het geluk dat ik tijd kan vrijmaken om dagelijks vers te koken en heb ik nog steeds genoeg moedermelk waardoor we niet afhankelijk zijn van flessenvoeding. Dit maakt het gemakkelijker om onze dochter een gebalanceerd plantaardig dieet te kunnen voorzetten. (Maar ook voor zuigelingen die een fles krijgen, zijn er plantaardige opties die aan alle wettelijke normen voldoen.)
Nala’s favorieten momenteel zijn de kokos soyayoghurt, smoothiebowls of havermout met notenmelk als ontbijt. Ze eet ook heel erg graag fruitpap, soep, crackers, hummus, pindakaas, brood, rozijnen, dadels, broccoli, erwtjes, edamame boontjes, tofureepjes, veggie chickennuggets, en zelfs tempeh.
Moet ze dan niet zelf kunnen kiezen wat ze eet? Geen enkel kind kiest hoe het wordt opgevoed, of het naar de crèche gaat of niet, of het drie uur per dag naar bumba mag kijken of niet, of het heel de dag in prinsessenoutfit mag rondlopen of niet. Proberen om je kind te helpen om op termijn zelf goede keuzes te maken (of althans degene waarvan je denkt/hoopt dat ze goed zijn) is deel van het ouderschap.
Hoe we het gaan doen van zodra Nala wordt uitgenodigd op verjaardagsfeestjes en wat we gaan zeggen als de ijskar voorbij komt, dat weten we nu nog niet. Fingers crossed dat tegen dan elke ijskar gewoon lekkere vegan ijsjes in zijn assortiment heeft zitten en dat de ouders van haar speelkameraadjes een beetje veggie-vriendelijk zijn. (Misschien dan toch maar overwegen om haar naar een alternatieve school te sturen 😉 ) Uiteindelijk gaat het er zelfs niet eens om of ze altijd en overal 100% plantaardig eet, wij hebben soms ook wel eens een reep tony chocolonely in huis. Het gaat eerder over welke waarden we haar willen meegeven. Voor sommige ouders zal die focus eerder liggen op spreken met twee woorden, alles netjes opruimen en flink sporten, wij zullen haar zo veel mogelijk proberen sturen richting een duurzame manier van leven. En dat zal waarschijnlijk gebeuren met vallen en opstaan, zoals elke opvoeding.
Wie na het lezen van deze post nog steeds vragen heeft over plantaardige (op)voeding, kan hiervoor altijd terecht bij organisaties zoals EVA, Be Vegan en Peta.
Nog niet genoeg gelezen? Dan kan je hier verder gaan: Niels Charlier ‘Veganisme en ouderschap gaan wél perfect samen’, open brief vegan ouders, Tobias lenaerts over vegan opvoeding , en een post van the vegan challenge.